Preek van de week

Overweging bij dit zondags evangelie

Ik wil dat we één worden – zegt God – jij in Mij en Ik in jou,
opdat onze twee verhalen één verhaal worden, vol van hoop, liefde en van Geloof.
Probeer het maar; stel je hart open en ervaar hoe die ontmoeting met Mij je leven nieuw en rijker kan maken,
niet alleen voor je zelf, maar ook voor anderen.
Ik wil voor je bidden, voor jou en voor alle mensen, opdat jullie één mogen zijn en de aarde inkleuren met hemelse vreugde.
( uit: een vuurwerk van tederheid; Erwin Roosen)
***********************************************************************************************************

Dit zeg Ik: dat je mijn vreugde ten volle mag bezitten.

Jezus’ leerlingen waren bevreesd toen ze wisten dat Hij hen moest achterlaten,
maar toen Jezus dat bemerkte wees Hij hen op het gebed.
Hij zei niet: jullie moeten bidden, dan komt het wel goed, nee, Jezus gaat zelf aan het bidden.
En als Jezus bidt dan heeft Hij het tegen een zeer persoonlijke God, nl. zijn Vader, die in zijn leven een duidelijke plaats inneemt;
die God heeft zijn hele leven bepaald, toen Hij werd geroepen van huis weg te gaan, en rond te trekken door het land.
Een Vader die hem uitgekozen heeft om goed te doen tussen de mensen en daar alles voor over te hebben.
Jezus leven wijst niet naar nergens en loopt niet op niets uit, maar naar God, tot wie Hij zich in zijn gebed richt.
Die persoonlijke verhouding tot een vader waarmee je kunt spreken van mens tot mens, wil Hij ook meegeven aan zijn leerlingen en aan mij.
Biddenderwijs wordt Hij zelf sterk voor de moeilijke dagen die komen gaan.
Jezus sluit het samenzijn met zijn leerlingen af met een afscheidsgebed, Hij stelt een serie vragen voor zijn leerlingen aan zijn Vader.
Nu is het opvallend dat naast zijn bede om eenheid in het geloof en in de liefde, nog meer een bede om vreugde centraal staat:
‘Dat zij mijn vreugde ten volle moge bezitten’. Nergens in het evangelie wordt uitdrukkelijk vermeld dat Jezus ooit gelachen heeft –
al mag men dat wel veronderstellen – terwijl er er wel tweemaal te lezen staat dat Jezus weende.
Jezus is een vreugdevol en vredevol mens geweest, het lijden en het leed van anderen heeft Hij gedeeld.
Hij is bedroefd en angstig geweest, maar diep in Hem is er altijd een onvoorstelbare vreugde en vrede gebleven.
Maar wat bedoelde Jezus met zijn vreugde? Die vreugde raakt de kern van zijn persoonlijkheid
en komt voort uit de eenheid van heel zijn wezen met zijn hemelse Vader.

Jezus wist ook wel dat deze aarde soms de kenmerken draagt van een tranendal, maar alle boosheid en het lijden van deze wereld
kon Hem de vreugde van het samenzijn in liefde met de Vader niet ontnemen.
Daarom bidt Hij ook voor mij ‘opdat ik zijn vreugde ten volle mag bezitten’, en dat ik mag putten uit die onuitputtelijke bron van liefde en eenheid met de Vader.
Jezus zendt zijn leerlingen, dus ook mij, uit om in deze wereld van haat en onenigheid deze vreugde uit te dragen.
Heel het heilswerk van Jezus, zijn Blijde Boodschap, dient tot niets anders dan, ‘dat zij en ik die volmaakte blijdschap mogen hebben die Ik heb’.
Dat is dan ook een kenmerk van Jezus’ leerlingen; de innerlijke vreugde.
Denk hier even aan Franciscus van Assisi, die een blijer mens werd naarmate hij meer in de voetstappen van Jezus trad.
Paus Johannes Paulus I, die als de lachende paus de geschiedenis is ingegaan, zei: ‘Een glimlach op het gezicht van een priester,
is veel meer waard dan een lange preek’.
Als blij, en lachend mens kan ik bewijzen dat de navolging van Jezus mij met vreugde vervult.
Ik mag de kleine vreugden van de gewone dag niet verwaarlozen: een vogel die fluit, het zonnelicht dat glinstert in een dauwdruppel,
een kind dat lacht, de ontluikende lente, een vrolijke groet.
Er zijn zoveel dingen die mij vreugde kunnen schenken, Jezus heeft zelf water in ‘vreugde’ wijn veranderd op een bruiloft.
Hij wil dat ik leef en vreugde bezit in overvloed.
Als ik deze vreugde bezit kan ik niet anders dan mijn medemensen beminnen, door er bijv. te zijn voor hen die het moeilijk hebben, ziek zijn,
arm of eenzaam, kwetsbaar of gehandicapt, kortom wat aandacht en inzet voor een betere wereld.
Wie van vreugde echt genieten wil, moet ze immers kunnen delen met anderen.
Wil ik op aarde gelukkig zijn, dan moet ik anderen vreugde geven, want de vreugde die ik uitdeel komt in dubbele mate terug in mijn eigen hart.
Onheil, schuld, zonde, lijden en dood zijn niet bij machte die vreugde weg te nemen.
Jezus besluit zijn gebed met de woorden dat Hij de naam van de Vader aan ons bekend heeft gemaakt.
Die naam van de Vader – betekent niets anders dan ‘ik zal zijn’.
( preken.be + martien)